woensdag 12 mei 2021

Oude rommel

 In mijn vorige blog over natuur en tuinieren stipte ik het al even aan, de strakke opgeruimde tuin, waar geen blad of onkruidje mag blijven. Maar zo is het een beetje in onze hele maatschappij, alles in deze moderne tijd moet strak en opgeruimd. 

Kijk maar eens naar de moderne architectuur. Allemaal strakke lijnen, sober met weinig sierlijke opsmuk. Ik vind er niets aan. Geef mij maar een oud herenhuis, een dertiger jaren woning of een oude boerderij. Vaak met allerlei prachtige details en ouderwets vakmanschap. Want wat werden er vroeger toch prachtige dingen gemaakt. Daar was nog tijd voor en kennis en kunde aanwezig. Tegenwoordig moet alles toch vooral snel. Veel mensen vinden het maar oude rommel, maar ik vind het altijd jammer dat veel van zulke panden gemoderniseerd worden zonder behoud van de mooie oude details. 

Wat geldt voor de huizen geldt ook voor het meubilair en de verdere aankleding van die huizen. Ook dat moet allemaal strak, modern en minimalistisch. Ik vind de ouderwetse meubels veel mooier en het is vaak ook nog betere kwaliteit, de ouderwetse vakmanschap. Gelukkig zijn er nog wat meer mensen die dit ook vinden en die tegen de stroom in niet meelopen met de mening van de meute.

Maar goed, dat is nog een smaakverschil. Maar wat ook een ding is, is dat alles zo opgeruimd moet zijn. Een opgeruimd huis is een opgeruimd hoofd, dat is het motto. Dat geeft lucht en ruimte, vrijheid. Maar is dat wel zo?

Natuurlijk, als je je vuilnis in huis bewaart, de boel vies is en je je persoonlijke hygiëne verwaarloost, de zogenaamde hoarders, dan is dat inderdaad niet gezond. Maar er heerst een beetje de tendens, dat als je in je huis de boel niet op orde hebt, dat het dan niet zo goed met je gaat. Ik denk dat die overtuiging komt omdat, wanneer je even niet zo lekker in je vel zit, je vaak de boel een beetje de boel laat. Echter, ik denk niet dat je dat zomaar om kunt draaien, dat mensen met een rommelig huis niet goed in hun vel zitten. Ik ken heel wat creatievelingen en intellectuelen die prima in hun vel zitten en goed functioneren, maar voor wie opruimen allerminst een prioriteit is. Denk maar eens aan de studeerkamer van een professor of het atelier van een kunstenaar. De mooiste en geniaalste ideeën ontstaan juist daar. Niets mis met deze mensen.

Maar laten we eens naar de andere kant kijken. Is het wel zo gezond om obsessief en dwangmatig op te ruimen en schoon te maken? Hoe is de psychische gesteldheid van de poetsfreak en de opruimgoeroe. Welke vrijheid heeft degene met smetvrees of de controlfreak? Ik persoonlijk voel me vaak juist niet zo op mijn gemak in het huis van zulke mensen. 

Ook niet trouwens bij de mensen met een modern strak en minimalistisch interieur.  Het is zo kaal en leeg, ongezellig en kil. Dan voel ik met meer thuis en op mijn gemak bij de rommelkonten in huis, bij de creatieve chaoten. Ik vind het ook leuk omdat je iemand zo ook wat beter leert kennen. Je ziet waar ze van houden, wat ze belangrijk vinden, een stukje van hun persoonlijkheid. Dat kun je in de moderne, dertien in een dozijn, huizen niet. Alhoewel, misschien zegt dat ook wel wat over die mensen.

Nou ja, zoals ik ook al eerder zei, smaken verschillen en dat mag ook natuurlijk, dat maakt het wel zo leuk. Je snapt nu natuurlijk wel dat ik dus zo'n rommelkont ben. In een eeuw oud huis, met veel prullaria en oude, brocante spulletjes om me heen. En veel dingen waar ik ooit misschien nog eens iets mee wil doen, dat is dus geen rommel, dat zijn ideeën! Of probeer ik het nou een beetje goed te praten? Maar eerlijk is eerlijk, ook met alle geld van de wereld zou het er bij ons niet echt veel anders uitzien.  Ach, laten we elkaar daarin maar gewoon de ruimte geven.

Waar ik ook veel over nagedacht heb is dat ik het wel jammer vind dat het in onze maatschappij allemaal zo mooi en perfect moet zijn. Want dat zie je helaas ook terug in het psychosociale domein, ook daar moet alles perfect en opgeruimd zijn. Alle hobbels moeten weggepsychologiseerd worden, alle moeiten moeten wegbehandeld worden. Voor allerlei dingen wordt hulp gezocht, dingen die eigenlijk niet in de ggz thuishoren, maar gewoon bij het leven horen. Velen zitten in langdurige hulpverleningstrajecten of zoeken steeds nieuwe behandelaars en therapieën. Maar het leven is nu eenmaal niet perfect, onze weg gaat over hobbels en door kuilen. Echter, juist dat streven naar geluk, zelfverwerkelijking en perfectie levert alleen maar extra stress op. En verlamt soms juist en ontneemt de natuurlijke veerkracht. 

Ik wil pleiten voor een beetje rommel in je huis én in je hoofd! Leef zoals jij wilt en zoals bij jou past en niet zoals je denkt dat moet of wordt verwacht. Of dat nou rommelig is of netjes, je bent goed zoals je bent. Je bent waardevol en geliefd, no matter what! Ook met je psychologische rommel.

Ik wil pleiten voor een beetje imperfectie! Je hoeft niet altijd happy go lucky te zijn. Niet altijd sterk, je mag ook kwetsbaarheid tonen. Je mag ups en downs hebben. Je mag wispelturig zijn. Je mag soms even de controle verliezen, want het leven laat zich niet altijd sturen. 

Ik wil pleiten voor een beetje meer go with the flow! Aanvaarden van wat was, is en komt. Maak je imago minder belangrijk, net zoals je behoefte aan goedkeuring en wees zelf oordeelloos over de ander. En ik hoop met heel mijn hart dat je daarbij durft te vertrouwen op die Ene die alles in de hand heeft. Ga met God! En ga in liefde!

dinsdag 4 mei 2021

Back to nature

 Al sinds ik een klein meisje was houd ik al erg van de natuur, van alles wat groeit en bloeit. Ik vond het altijd heerlijk als we gingen wandelen in het bos, kamperen op mooie plekken en scharrelen bij mijn opa in de moestuin. In mijn jeugdjaren in Hoogezand spelen in de bosrand aan het Spoordiep, met vriendinnetjes picknicken in het Gorechtpark en zwemmen bij Meerwijck. Later als oudere tiener nog een tijdje in Emmermeer aan de bosrand gewoond. Dat was heerlijk! Bos aan het einde van de straat, wat wil je nog meer!

Jaren geleden, toen wij hier in ons huis aan het kanaal in Musselkanaal kwamen wonen, was ik enorm blij met onze grote tuin. In Almelo hadden we maar een heel klein achtertuintje. Dus hier kon ik me echt uitleven en in het begin heb ik dat ook met veel plezier gedaan. Maar in de loop der jaren ging ons gezin van één kind naar vier kinderen. Ook gingen we van vier Belgische herders naar een hele roedel van wisselende samenstelling, maar soms wel tien Tervuerense en Mechelse herders! Heerlijke jaren met spelende kids en ravottende honden. Je snapt natuurlijk wel wat dat met een tuin doet. Ik ging ook nog eens weer studeren, dus tijd en zin om te tuinieren was er niet echt. De tuin werd dus, behalve grasmaaien door manlief, helemaal verwaarloosd. 

Het genieten van de natuur deed ik wel als we op ons stekkie waren op de camping in Eext. Heerlijk rustig plekje hebben we daar en het is heerlijk om te wandelen en struinen in de bossen daar.

Maar dan komen corona en een burn-out om de hoek kijken. Als je dan even niks meer mag en kan, dan heb je ineens veel tijd om na te denken over wat nou echt belangrijk is en de moeite waard om tijd in te steken. Dat denken deed ik vooral in onze tuin. In de eerste lockdown was het prachtig lenteweer en omdat we toch nergens naartoe konden, gingen we onze tuin maar eens grondig aanpakken. Rigoureus snoeien, veel oud en nieuw snoeiafval versnipperen en een klein moestuintje beginnen. Tijdens het werken en denken over wat belangrijk is besefte ik dat ik niet meer zo'n drukke agenda wil, dat familie prioriteit heeft en dat ik tijd en zin wil hebben om met vrienden af te spreken. Maar wat ook gebeurde is dat ik weer liefde kreeg voor onze tuin, voor tuinieren, voor wroeten in de aarde, voor alles zien ontluiken en groeien, voor genieten van Gods schepping. 

Nadat we vorig jaar zijn begonnen met opruimen en het aanplanten van wat struikjes en boompjes, gaan we dit jaar verder. Maar het zal niet een tuin worden zoals we dat eerder hadden, met de keuze voor planten en bloemen die ik gewoon mooi vond. Of zoals veel mensen hebben, met een strak gazon, met moderne planten en exotische bloemen, met een trendy terrasje. Nee, ik wil het anders. De natuur moet voorrang krijgen. Een tuin waar insecten, vogels en kleine zoogdieren zich thuis kunnen voelen. Dat betekent veel inheemse planten, want de vaak hele mooie exotische bloemen en prachtige uitheemse planten, daar kunnen onze Nederlandse insecten en vogels niet zoveel mee. Dat betekent geen strak gazon, maar ook de inheemse (on)kruiden wat ruimte geven. Dat betekent een takkenstapel in de tuin, als hotel voor allerlei beestjes.

Voor veel mensen zal het niet hun idee van een mooie tuin zijn, maar ik geniet ervan! Van het uitzoeken wat er in mag, het bedenken waar en het uitvoeren. Mijn eigen tuintherapie! Back to nature. Terug naar de natuur, daar vind ik rust. Terug naar mijn natuur, ik ben nou eenmaal introverte natuurmens. Daar ben ik dus ook achtergekomen, dat natuur een plek in mijn leven moet hebben en niet als sluitstuk op mijn agenda. Ik heb ook nog nooit zoveel gewandeld als de laatste tijd, ook goed tegen de coronakilo's trouwens.

Wij hebben zo'n groot en prachtig geschenk van God gekregen en daar moeten wij zorgvuldig mee omgaan. Voor mij betekent dat geen manmade garden, maar proberen te tuinieren op een manier die Gods schepping volgt. En ik geniet van het proces! Nu maar hopen dat ik dat ook vol kan houden na corona en de burn-out.  Ik denk dat het goed is voor mijn balans. Balans tussen werk en rust, plicht en plezier, nuttig en creativiteit, routine en afwisseling, energiepeil en voldoening, de ander en ik, de burn-out en de bore-out.